Het behandelen van een hernia
Patiënten met een hernia, wel of niet aangetoond op de MRI scan, zien wij erg vaak. Vrijwel altijd is er een bekkentorsie en veranderingen van stand van de lendenwervels en het heiligbeen. Dit geeft een hoge asymmetrische druk op de tussenwervelschijven en geeft de uitstralende pijn (verstuikingspijn) in de rug en kan doorlopen tot in de bovenbenen. De beenzenuw loopt ook over de heiligbeen gewrichten heen en die zijn ook verstuikt bij een bekkentorsie. Het is dus niet alleen de hernia die de zenuw prikkelt.
Met onze zachte manier van corrigeren is er geen risico dat een hernia “doorschiet”. Door het bekken en de lendenwervels weer in balans te brengen, wordt de druk op de tussenwervelschijf weer genormaliseerd en kan de hernia zich wat terugtrekken van de zenuw, en dat lukt vaak.
De nekhernia geeft pijn in een arm tot in de hand. Daar ook de discus tussen de nekwervels wordt beïnvloed door scheefstand zien we vaak nek- en armpijn samengaan. Zeer onbekend is dat arm/ schouderpijn vaak tussen de derde en vierde borstwervel vandaan komt, dat behandelen we natuurlijk ook.
Oefentherapie bij hernia
Wij raden altijd aan om de oefentherapie van Mc Kenzie (MDT) te gaan doen, dit is de enige bewezen zinvolle (evidence based) oefentherapie bij arm- of beenklachten. Er zijn zowel oefeningen voor de nek als de rug.
